Exposanten TechniShow positief over jubileumjaar van de grootste technologiebeurs

Met hun innovatieve technologieën, leggen de exposanten op de TechniShow 2016 een basis waarop de parels van de Nederlandse maakindustrie hun succes verder kunnen uitbouwen. “Samen maken we dat succes”, zegt Chantal Baas, directeur van branchevereniging FPT-VIMAG (de eigenaar van TechniShow). Zowel de technologieleveranciers als hun klanten zijn positief over 2016. Er wordt weer breed geïnvesteerd. Sommige maakbedrijven worden echter afgeremd door beperkte financieringsmogelijkheden.

 

De aanmeldingen voor de TechniShow 2016 lopen al vanaf de start vóór op die van twee jaar geleden. Ruim 400 exposanten doen half maart mee aan de jubileumeditie van de TechniShow (15-18 maart, Jaarbeurs Utrecht), die 65 jaar geleden voor het eerst plaatsvond. Méér exposanten, méér vierkante meters én méér buitenlandse exposanten. En hoewel het slechts 5% meer buitenlandse partijen zijn, vindt Chantal Baas dit wel een positief teken. “Ze zijn geïnteresseerd in wat er in de Benelux gebeurt. Ze zien de meerwaarde van de TechniShow én de Nederlandse markt.”

Alle seinen voor het grootste technologie-event voor de maakindustrie in de Benelux staan dus op groen. De omzetcijfers van de Nederlandse maakindustrie tonen al vele kwartalen een weliswaar lichte maar stijgende lijn. Dat vertaalt zich ook in toenemende investeringen. Die hebben nog niet het niveau van 2008 bereikt, maar er is wel sprake van een gestage groei van de orders die de FPT-VIMAG leden optekenen. “Men denkt niet alleen positief, de ontwikkelingen zijn positief.”

 

Robuustere markt

Chantal Baas denkt dat de omstandigheden op dit punt anders zijn dan bij de vorige editie. De exposanten op de TechniShow 2014 gingen toen heel positief het jaar in; vastberaden de positieve flow waarin de markt verkeerde, vast te houden. “We dachten met zijn allen: de crisis is voorbij. We wilden optimistisch zijn en waren het daardoor misschien net iets teveel.” De praktijk na de beurs was anders. 2014 ontwikkelde zich uiteindelijk tot een redelijk jaar. “Niet slecht, maar niet wat we er van gehoopt hadden.”

Nu liggen de kaarten er anders bij. De omstandigheden zijn robuuster. Sinds 2015 trekt de markt in de breedte aan. Ook kleinere bedrijven investeren weer. Zeker de eerste helft van 2015 waren goede maanden voor zowel de machineverkopen, de handel in gereedschappen en de andere segmenten uit het brede portfolio van FPT-VIMAG. Chantal Baas: “De piek in het tweede kwartaal van 2015 is later in het jaar wel afgevlakt, maar ook in de tweede helft zijn er investeringen geweest.” Dat zorgt bij de technologieleveranciers voor positieve verwachtingen voor 2016. “We moeten nog keihard werken om aan orders te komen, maar de leden zijn gematigd positief.”

 

Financieringsklem

De groei zou zelfs hoger kunnen uitvallen, als niet menig investeringsplan strandt op een gebrek aan financieringsmogelijkheden. Financiering van machine-aankopen, automatiseringssystemen of andere technologische innovaties waar de maakindustrie het van moet hebben, is nog steeds een pijnpunt, hoort Chantal Baas in de markt. De Nederlandse maakindustrie heeft nog steeds beperkte toegang tot kredietfaciliteiten. Met name jonge ondernemingen, die nog geen track record kunnen laten zien, hebben daar last van.

De veranderende relatie met banken, een minder persoonlijke relatie doordat banken verder van de ondernemer zijn komen te staan, maakt het voor die groep ondernemers lastiger. “Als ondernemer bij je bank binnen lopen en doordat je elkaar goed kent het krediet regelen, is weerbarstiger geworden”, zegt Baas.

 

Investeren in BV Nederland

Dit zet een rem op investeringen. Bij de vereniging van leveranciers en producenten van machines, gereedschappen, verbindingstechniek en automatiseringssystemen wil men desondanks niet direct de zwarte piet in de schoenen van de grootbanken schuiven. Wellicht heeft het te maken met het samenkomen van een aantal ontwikkelingen.

Chantal Baas vindt wel dat de sector samen met de financiële partijen aan een oplossing moet werken. “De industrie in ons kikkerlandje staat internationaal best sterk. We hebben kleine en grote bedrijven die mooie producten of halffabrikaten maken. Dat zijn de parels in de Nederlandse industrie. Ze hebben echter allemaal technologie nodig om hun producten te maken.” Het succes van de Nederlandse maakindustrie is een gezamenlijk succes, vindt zij. De productietechnologieleveranciers leggen er de basis voor. En daarom is het zo belangrijk dat de industrie in Nederland de middelen krijgt om te investeren.

 

Ander businessmodel

Daar komen in de toekomst wellicht andere financieringsvormen bij, zoals crowd funding, kredietunies, ketenfinanciering. Bij de FPT-VIMAG staat men er niet afwijzend tegenover. Een groeiend aantal technologieleveranciers kiest ervoor klanten te helpen met leaseconstructies om een deal rond te krijgen. “Dat blijkt voor sommige bedrijven een werkbare constructie”, zegt Chantal Baas.

Mede daardoor verandert wel het businessmodel van de fabrikant of leverancier. “Een brede deskundigheid, service en onderhoud zaten al in het pakket, nu gaan sommigen ook financieringen aanbieden. Dat is toch echt een andere tak van sport, maar die uitdaging wordt niet geschuwd.” Als dat de nieuwe weg is om investeringen mogelijk te maken, dan moet die worden ingeslagen. Er moet namelijk wel weer worden geïnvesteerd. “We moeten de Nederlandse economie draaiend houden.”

 

TechniShow toont ketenverbindingen

De TechniShow 2016 viert dan wel de 65e verjaardag, van een rustige oude dag is er nog lang geen sprake. Twee jaar geleden heeft de FPT-VIMAG een aantal veranderingen in gang gezet die de bezoekers op de komende editie van de technologiebeurs aan den lijve ervaren.

“Het wordt voor bezoekers nog meer een belevingsbeurs”, vat Chantal Baas het samen. Zo is er in elke hal (hal 7, 8, 10, 11 en 12) een innovatiezone ingericht. Hier worden merk-onafhankelijk technologietrends per vakgebied getoond, zoals op het vlak van verspaning, plaatbewerking, productieautomatisering en verbindingstechniek.

In hal 9 komt er een centraal maakplein, van waaruit ook de Guided Tours van onder meer Plaatbewerking en Verspaning vertrekken. Chantal Baas: “We willen méér dan voorheen de ketenverbinding laten zien. Het gaat niet alleen om een machine of een gereedschap. De TechniShow laat geen losse delen zien maar neemt de bezoeker mee in het verhaal waarom de productietechnologie het fundament onder de maakindustrie is. We tonen de verbindingen tussen de verschillende technieken.”

Smart Industrie en 3D vormen de overkoepelende thema’s, die ook bij de toeleveringsbeurs ESEF aan bod komen. Want zonder deze schakels kom je als maakbedrijf niet vooruit. Samen met organisator Jaarbeurs wordt de wisselwerking en samenhang tussen beide beurzen goed gecoördineerd.

 

BV Nederland fit houden

Voor de FPT-VIMAG is de combinatie met de ESEF een krachtig statement. Chantal Baas: “We hebben elkaar nodig om de BV Nederland gezond en fit te houden.” Daarom werken de brancheverenigingen uit zowel de technologieleveranciers als de verwerkende industrie nauw samen. “De economie kan pas vooruit komen als alle schakels goed met elkaar acteren. Brancheverenigingen zijn de olie tussen al die raderen.”

Zo wil de FPT-VIMAG de ledenbijeenkomsten met andere branches, zoals NEVAT, intensiveren. De TechniShow Ontmoet bijeenkomsten per sector zijn zo goed in de smaak gevallen bij iedereen, dat de branchevereniging hier beslist mee door gaat. Chantal Baas ziet ook op regionaal en lokaal niveau kansen om als technologieleveranciers en maakbedrijven samen te werken, bijvoorbeeld in de aanpak van het dreigend te kort aan vakmensen.

“Als FPT-VIMAG kunnen wij dat probleem niet oplossen, daarvoor laten we het initiatief aan de FME en Metaalunie. Maar regionaal kunnen onze bedrijven wel samenwerking zoeken met maakbedrijven, ROC’s en opleidingsinstituten om er bijvoorbeeld machines te plaatsen en stageplekken beschikbaar te stellen. Zo moeten we jongeren overtuigen dat er in techniek een mooie toekomst zit. Ook op de TechniShow gaan we daarom voor de jongeren speciale activiteiten bieden.”