Trumpf Nederland-directeur Menko Eisma: “Plaat en verspanen gaan uiteindelijk hand in hand” (video)

Vorige maand presenteerde Nicola Leibinger-Kamüller, voorzitter van de raad van bestuur van Trumpf, bij de presentatie van de jaarcijfers een pay-per-part model voor zijn lasersnijsystemen. Slaat de marktleider in plaatbewerkingsmachines hiermee een nieuwe weg in? Zes vragen voor Trumpf Nederland-directeur Menko Eisma.

Hoe houdt Trumpf zich staande in corona-tijd?

“Natuurlijk hebben we te maken met corona. Maar eerlijk gezegd was er in de periode voor corona het voor ons al duidelijk dat er economisch iets aan de hand was. Corona kwam er als het ware overheen en we zien het in de cijfers terug. Gelukkig kan ik ook zeggen dat we sinds augustus een hele mooie en goede intake hebben.”

Is het een begin van een langdurig herstel, of is het slechts een opleving?

“Ik zie vooral herstel bij klanten die de afgelopen jaren flink hebben geïnvesteerd in ict. Zij die een beetje voorop lopen in digitalisering lijken beter in het werk te zitten dan anderen.”

Dus Smart Industry betaalt zichzelf nu uit?

“Ja. We krijgen vaker vragen over digitalisering en Industry 4.0 en men realiseert zich dat wanneer je niet digitaliseert, het je nog veel meer banen gaat kosten dan wanneer je wel slimmer gaat werken. Niet-digitaliseren is duurder dan wel-digitaliseren.”

Trumpf verrast met pay-per-part. Het lijkt op 247TailorSteel?

“Ik begrijp de gedachte, maar het is niet hetzelfde concept. Klanten willen dat wij als partner wat meer risico op ons nemen. Het financieren van een machine is een flinke stap. In die discussie is pay-per-part ontstaan. We hebben vijftien jaar geleden dit businessmodel aangekaart. Het idee was – net als bij kopieerapparaten – dat de klant betaalt per ‘kopietje’. Dat bleek toen in de praktijk niet uit te voeren. Nu zijn we een stuk verder en kunnen we onze klanten ook op deze manier bedienen.”

Plaatbewerking-as-a-service?

“Dit is het begin daar van. De dienst is nu alleen gebaseerd op 2D-lasersnijden. Ik sluit niet uit dat het in de toekomst verder wordt uitgebreid.”

Je voorspelt ook verspanen-as-a-service?

“Ik ben geen expert op het gebied van verspanen, maar ik zie daar wel dezelfde ontwikkelingen. Ik denk dat er bijna geen onderscheid meer tussen verspaningsdeel en een plaatwerkdeel zal zijn. Natuurlijk, ze hebben allebei hun eigen kenmerken en complexiteiten en de ene kant is niet beter dan de andere kant. Maar je ziet dat de twee technieken in elkaar schuiven en dat is precies wat er gebeurt op een platform. Er zijn nu al autonome fabrieken op het gebied van verspanen. Die digitalisering gaat ook door. Een autonome fabriek voor plaatwerk is voor ons nog een droom, maar dat zal ook komen. Plaat en verspanen gaan uiteindelijk hand in hand en de combinatie zal steeds vaker gezocht worden. Er zijn al heel veel plaatwerkdelen waar verspaningsdelen in zitten en andersom. De markt vraagt er om dat het samenkomt. En dat is de volgende stap: echte industrie 4.0.”