24 november 2023 - 5 min leestijd

Emiel Drent (Drent Techniek) maakt zich zorgen over galvano-industrie

Nederland moet zuinig zijn op haar galvano-industrie en haar toeleveranciers. En dat betekent meer investeren in kwaliteit en minder alleen naar de prijs kijken. Dat vindt Emiel Drent, eigenaar van Drent Techniek. ‘Think global, buy local’, is zijn boodschap. Afgelopen voorjaar verdween een gerenommeerde speler van de Nederlandse markt van toeleveranciers. Als deze trend zich doorzet, blijft er niets over van de Nederlandse lijnenbouwers. En is de galvano-industrie in ons land overgeleverd aan buitenlandse leveranciers, wat de slagkracht en continuiteit van de Nederlandse galvano-industrie niet ten goede komt. 

“Ik denk ik bel nog even”, zegt Emiel Drent. “Misschien dat ik wat negatief ben overgekomen. Maar ik ben helemaal niet zo negatief hoor.” En dat is ook zo. Hij is juist iemand die positief is ingesteld. “Wat we doen? We doen toffe dingen. Wij bouwen de toekomstige standaard als het gaat om installaties”, zegt hij bijvoorbeeld. Zijn bezorgde woorden zijn meer een waarschuwing. Een ‘let op’ naar de sector die hem zo na aan het hart ligt.

Drent Techniek timmert al sinds 1982 aan de weg, als allround leverancier van apparatuur voor metaaloppervlaktebehandeling: van op maat gemaakte, volledig geautomatiseerde productielijnen tot laboratoriumtanks. 

Zijn vader begon met een eigen importbedrijf voor speciale chemicaliën in de galvano-industrie. In de daaropvolgende jaren leverde senior verschillende hardware aan zijn klanten. Dit resulteerde in de bouw van de eerste geautomatiseerde productielijn in 1989. Sindsdien heeft Drent Techniek wereldwijd meer dan honderd productielijnen in verschillende industrieën gebouwd. En ontwikkelde Drent zich als specialist in de high tech en lucht- en ruimtevaartindustrie.

Kostenplaatje

Wat is dan zijn waarschuwing voor de markt? “Klanten investeren steeds minder. Er worden minder lijnen gebouwd en de lijnen die wel worden besteld, worden door een kunststof bakkenbouwer samengesteld of komen van een Italiaan of een Duitser vandaan waar Nederlands bedrijven niet tegenop kunnen vanwege de loonkosten. En dat vind ik jammer, omdat we in Nederland een heel hoogwaardige galvano-industrie hebben opgebouwd. Als wij namelijk een lijn bouwen, dan gebruiken we de nieuwste technieken, gebaseerd op de huidige stand van de wetenschap. En vaak zetten we technologie in die voor het eerst wordt toegepast.”

Hij komt soms op plekken waar hij tien jaar geleden een lijn heeft neergezet. Sommigen denken dat de lijn net nieuw is. Zijn klanten – in de aerospace en defensie– eisen dat niveau ook van hem. Dat heeft een kostenplaatje, realiseert Drent zich. En hij grijpt ook geregeld naast een klus, omdat hij duurder is dan de ander. “Dat is niet leuk, maar ik vind dat een lijn een predicaat Drent Techniek waardig moet zijn. Dan neem ik mijn verlies. Ik ben er van overtuigd dat je voor kwaliteit moet betalen. En dat goedkoop uiteindelijk duurkoop is.”

En precies daar ligt zijn frustratie: als je klant een installatie koopt en er 20 tot 30 jaar mee kan werken en die aan alle normen en eisen voldoet, dan mag het wat kosten. Zeker als je weet dat er door de klant goed aan verdiend wordt. Aan de andere kant kan je als loongalvaniseur in een tak waar wel elke cent telt, niet jezelf de luxe veroorloven om een dure installatie te kopen. Dan moet je roeien met de riemen die je hebt. Maar bij de verkeerde beslissing koop je twee keer in 30 jaar een goedkopere installatie die samen meer kosten dan een keer een duurdere van eigen bodem.

Kwaliteit hoog

“Er zijn maar een paar bedrijven in Nederland die echt hele goede projecten in de galvano-techniek kunnen opleveren. Onlangs is een ervan omgevallen en de ander heeft moeite om het hoofd boven water te houden. Als die ook omvalt, zijn we in Nederland overgeleverd aan de grillen van buitenlandse leveranciers. Nou, succes daarmee.”

Maar is niet een economische wet, dat wanneer een industrie niet meer voldoet als het gaat om prijs, dat het dan niet meer rendabel is? “Mijn frustratie zit er in dat we de toekomstige standaard in galvanotechniek bouwen, voor bijvoorbeeld de luchtvaart. Maar ik vraag me af wat de toekomst van galvano in Nederland nog is? Ik maak me daar zorgen over. En dat is jammer, want in Nederland is de kwaliteit erg hoog. Wij kunnen installaties verbeteren op manieren en plekken waar een klant nooit eerder over heeft nagedacht. Een voorbeeld? Met de huidige energieprijzen is het veel efficiënter om te werken met een digitaal luchtgekoelde gelijkrichter dan met een minder zuinige oliegestookte uit de vorige eeuw. Als je nu niet investeert in energiezuinigere pompen, motoren en automatisering voor outputverbetering, dan word je concurrentiekans op de markt te klein. Als je nu geen geld steekt in nieuwe machines of nieuwe toepassingen – omdat we op ons geld zitten of de oude machines volledig willen uitmelken– zie ik het somber in voor galvaniserend Nederland.”

Drent wil die boodschap wel schreeuwen: blijf investeren in proces- en rendementsverbetering. Let op energie. “Want de investeringskosten als je niets doet, worden alleen maar groter. Heb je geen budget? Zorg dan dat je onderhoud op orde is. Hou je machine en installatie actueel. Een autofilter wordt elke 30.000 kilometer vervangen. Waarom kijken we zo niet naar machines?”

“Gelukkig is een aantal van onze klanten inmiddels in kleinere deelprojecten aan het investeren, zodat gefaseerd uiteindelijk ook weer met een efficiënte en rendabele lijn verder gewerkt kan worden in de komende jaren.” 

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden