De schaarste aan materialen is een duidelijke reminder dat er anders moet worden omgegaan met het productieproces. ‘Circulair’ is een mogelijk antwoord. Maar dat betekent wel een andere manier van denken; van ontwerp tot en met demonteren. “Waar mogelijk zouden we moeten kiezen voor minder én recyclebare materialen.”
Fried Kaanen is niet alleen voorzitter van de Koninklijke Metaalunie. Hij is ook voorzitter van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Maakindustrie (UPCM). En hij heeft ambitieuze doelen, meldde hij op de Nationale Conferentie Circulaire Economie, die op 7 februari plaatsvond. “De Nederlandse maakindustrie biedt 600.000 banen, creëert 51 miljard euro aan toegevoegde waarde, maar gebruikt ook 277 miljard kilo aan materiaal. Dat moet anders.”
Nederland staat voor een forse klimaatopgave. Het Coalitieakkoord scherpt het doel voor 2030 aan tot ten minste 55% CO2-reductie. Circulaire maatregelen kunnen 7,2 Mton aan additionele CO2-reductie opleveren in 2030. Dat is meer dan de (indicatieve) opgaven uit het Coalitieakkoord voor de sectoren mobiliteit (3-4 Mton), industrie (5-6 Mton), landbouw (6 Mton), en vergelijkbaar met de opgave voor de tafel gebouwde omgeving (7 Mton). De potentie na 2030 is nog groter. Zo kan alleen al volledig circulair gebruik van kunststoffen additioneel 4 Mton opleveren in 2050.
De komende tijd werkt het kabinet uit op welke wijze invulling zal worden gegeven aan het behalen van de doelstelling om in 2050 circulair te zijn. Er is ambitie, er zijn ook mogelijkheden, maar er is ook vrees. Zo laat Kaanen namens het UPCM het kabinet weten: “Om een coherent programma uit te voeren rond de circulaire transitie – en al die positieve effecten te realiseren, inclusief de bijdrage aan CO2-reductie – zijn uiteraard financiële middelen nodig. Wij constateren echter dat het kabinet vooralsnog geen additionele middelen voor deze ‘grote transitie’ vrijmaakt. Daarbovenop lopen de middelen voor circulaire economie in de begroting van uw ministerie af, om vanaf 2024 zelfs te stoppen.”
Rekening
“De trend is dat de vervuiler betaalt”, zegt Robert van Beek van FME. Het hoort bij de zogenoemde uitgebreide-producent-verantwoordelijkheid, een van termen die centraal staan in het streven naar een duurzamere wereld. “Op dit moment belanden de afvalstoffen bij de maatschappij, terwijl de winst bij de bedrijven blijft. De maatschappij gaat je een rekening sturen; dat is het principe van producentverantwoordelijkheid.”
Bij een circulaire economie krijg je je eigen producten als het ware weer terug. Dat betekent ook dat je wordt geconfronteerd met alle ins en outs van je product in een andere fase, bijvoorbeeld als het weer gedemonteerd moet worden. Dan blijken popnagels ineens niet meer zo handig voor het demonteren. Van Beek: “Dat betekent dat de circulaire economie ook met zich meebrengt dat je je realiseert dat je product misschien niet zo slim is ontworpen en bedacht.”
De implicatie is eco-design, volgens Van Beek. Dat is een trend uit de jaren 70 die na de jaren 90 was weggezakt. Het betekent dat je in de ontwerpfase kijkt waar je slim richting wedergebruik kunt sturen. Logischerwijs is het aan het einde van de keten een stuk lastiger om veranderingen aan te brengen. Dat is duurder en tijdrovender.
“Alle signalen in het Europese en Nederlandse beleid wijzen erop dat verbruik meer zal worden belast. Dat betekent dat bedrijven daar over moeten nadenken. Wat heeft dat voor impact op je business model en hoe ga je daar met behoud van de continuïteit van je bedrijf mee om? Ik denk dat circulariteit ook belangrijk is om de winstgevendheid van onze industrie op peil te houden. Linksom of rechtsom zal de eindgebruiker misschien wel de rekening betalen. Maar moeten we ook niet goed nadenken over de kosten later in de keten? Die kosten waren eigenlijk nooit zo zichtbaar voor bedrijven, omdat ze gewoon door de maatschappij werden geabsorbeerd en geaccepteerd.”
Angstbeeld
Industrieel ecoloog Benjamin Sprecher is universitair docent bij de faculteit Industrieel Ontwerpen aan de Technische Universiteit Delft, en coördinator van de Resilient Cities Hub van PLNT. Hij verwacht ‘hard beleid’ als het gaat om anders produceren. Het systeem als geheel gaat door zaken als klimaatverandering en grondstoftekorten sowieso op de schop; de vraag is alleen of we dat zelf linksom doen of dat we dat rechtsom laten gebeuren.
Wat is daarbij de belangrijkste boodschap aan de maakindustrie? Sprecher: “Bespaar zoveel mogelijk op energie en grondstoffen. Kies voor materialen en technologieën die minder kritieke metalen bevatten. Verleng de levensduur van producten en onderdelen door reparatie en hergebruik. En zet in op het terugwinnen van grondstoffen aan het einde van de levenscyclus van producten.”
Het is niet alleen een angstbeeld, weet hij. Het biedt ook kansen. “In recycling en logistiek is Nederland relatief sterk. We hebben niet de grootste maakindustrie, maar waar mogelijk zouden we moeten kiezen voor minder én recyclebare materialen. Vanwege de verwachte toename van recycling en de potentiële impact van levensduurverlenging liggen vooral daar kansen. Al blijft het altijd een uitdaging om zonder veranderingen in bijvoorbeeld het belastingstelsel daar een passend business model bij te verzinnen.”
Quickscan
Een QuickScan Circulaire Businessmodellen en het bijbehorende whitepaper zijn beschikbaar op de website van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Maakindustrie. Er is een classificatie van zeven bestaande en toekomstige basistypen circulaire businessmodellen. Deze zijn uitgewerkt in kenniskaarten en ze vormen de basis voor een QuickScan (paper-based én interactief), een whitepaper met theoretische achtergronden en een (korte) video met toelichting. Alles is tweetalig (NL & Eng) en ‘open access’, dus zonder kosten voor iedereen te gebruiken. De classificatie en uitwerking zijn mede tot stand gekomen dankzij verschillende workshops en feedback vanuit professionals bij instellingen en bedrijven.
Meer informatie: https://circulairemaakindustrie.nl/documenten/quickscan-circulaire-businessmodellen/
Het Amerikaanse SurfacePrep, een wereldwijde speler in oppervlakteverbetering, heeft familiebedrijf Leering uit Hengelo overgenomen. Leering, actief in straal- en oppervlaktetechniek …
Bij de tweeëntwintigste uitreiking van de Dutch Industrial Suppliers & Customer (DISCA) Awards zijn ITEQ, Lely en Masévon Group door …
Valk Welding lanceert Robot Welding as a service (Rwaas). In een tijd waarin wereldwijde concurrentie toeneemt en technisch vaardig personeel …
Ruim 6100 (hightech) professionals vonden vorige week hun weg naar de 23e editie van de Precisiebeurs om hun kennis over …