‘Superster van het meten’ Nobby Assmann over meten, ruwheid, tekenfouten en TechniShow

Nobby Assmann van Assmann Verspaningstechniek heeft een beetje de status van ‘de superster van het meten’ in Nederland. Hij won al twee Zeiss Awards: eentje voor meten en eentje voor leppen en polijsten. Hij heeft TechniShow altijd een warm hart toegedragen, al sinds hij eind jaren tachtig als elfjarige met zijn vader voor het eerst langskwam. En nu? “Ik wil kijken wat er staat, dat inspireert me.”

“Of ik een passie heb voor meten?”, reageert Nobby Assmann. Hij heeft een glimlach van oor tot oor. Voor Assmann zit het meten van onderdelen er al van jongs af aan in. Toen hij elf was, mat hij in het door zijn vader en moeder opgerichte Assmann Verspaningstechniek Zevenbergen. Een bedrijf dat zijn ouders – die nog steeds meewerken in de zaak – toevallig hebben opgericht. Ze konden niet of moeilijk aan onderdelen voor hun zijspanmotor komen, dus zijn ze die maar zelf gaan maken.

Waarom is meten zo mooi? Assmann: “Alles komt erbij kijken. Niet alleen mijn ervaring in de werkplaats, wiskunde en het lezen van tekeningen, maar ook de kennis van technieken als vonken, slijpen en frezen komen voorbij. Ondanks dat ik jarenlange meetervaring heb, kom ik telkens wat nieuws tegen. Logisch, want ik meet steeds nauwkeuriger en met betere meetapparatuur.”

Suikerklontjes 

Assmann houdt zich bezig met nauwkeurige metaalbewerking. Dat gaat om verspaningstechnieken die verder gaan dan CNC-draaien en CNC-frezen. “Je kan veel met CNC-draaien en -frezen, maar er zijn ook beperkingen, zoals met betrekking tot nauwkeurigheid en ruwheid. Daarbij komen technieken als draadvonken, zinkvonken, vonkboren, honen, leppen, vlapslijpen en rondslijpen om de hoek kijken. Juist de combinatie van het vakmanschap en de nieuwste machines maakt ons bedrijf tot een interessante partner.”

Een mooi voorbeeld is het maken van suikerklontjesmatrijzen. Assmann Verspaningstechniek maakt al dertig jaar deze mallen voor suikerfabrieken, destijds deed de vader van Assmann dat nog. De huidige matrijzen worden uit ruwe stukken brons gefreesd en daarna via draadvonken tot een werkende matrijs gevormd. 

Leppen

Ondanks de bewezen kwaliteiten als maker en bewerker van fijnmechanische onderdelen is Assmann toch vooral bekend als ‘Measuring hero’, een titel die hij heeft gekregen van Zeiss. In 2020 won hij in de categorie Outstanding Application – Smallest measured Component. Hij had wereldwijd de kleinste component 3D-gemeten: slechts 0.004800 mm³. 

Dat hij zijn vak verstaat, blijkt uit de tweede Zeiss Award, die hij eind vorig jaar won. Dit keer in de categorie ‘het gladste oppervlak’. Zijn gladste oppervlak is een schijfje van gehard staal dat wordt gebruikt voor het testen van coatings, met een diameter van 16 en een dikte van 3 millimeter. Hij haalde een ruwheid van Ra 0,00054 micrometer.

“Toen ik de uitslag kreeg en zag dat ik de Zeiss Award had gewonnen, riep ik echt uit van ‘jaaaaa!’. Ik ben zo gek van meten. Het productje was heel klein en ik heb het in een speciaal klemmetje gezet. Het eerste puntje heb ik handmatig gemeten, met een microscoop op de tafel van de meetmachine. Voor de tweede Award – die voor het gladste oppervlak – ben ik eerst gaan leppen en polijsten, steeds fijner. Daarna heb ik CMP-gepolijst, wat ook standaard bij wafers gebeurt. Ik heb het dus zowel mechanisch als chemisch behandeld: draadvonken, vlakslijpen, leppen, polijsten en CMP. Het is echt een kwestie van heel veel geduld.”

Slapen

Als ‘meetexpert’ wordt hij vaak gevraagd om bijvoorbeeld matrijzen na te meten. In principe is de tekening van een matrijs leidend: zo en zo moet je een matrijs aanleveren. Maar wat als sommige maten – na het maken – buiten tolerantie liggen? Dan heeft de producent een probleem. Assmann zorgt voor een meetrapport, zodat hij kan aantonen of het klopt. “En heel vaak kloppen tekeningen helaas niet. Waarom niet? Ik denk dat het een gebrek aan kennis en ervaring is. Of men zit gewoon te slapen. Soms staat er namelijk gewoon onzin op de tekening en heeft de producent dat zelf nog niet gezien. Pas als er problemen zijn, worden mensen wakker.”

TechniShow

Assmann zat nog op de basisschool toen hij voor het eerst naar TechniShow ging. “Het was aan het einde van de jaren tachtig. Ik was elf en ik kreeg geld van mijn vader om op de beurs een ijsje te halen. Ik had nog nooit zoiets gezien, allemaal stampende machines. Ik kom er nog steeds graag, maar niet om een machine te kopen. Ik wil kijken wat er staat, dat inspireert me.”

Als het gaat om trends die hij op TechniShow 2022 hoopt te zien, denkt hij aan CT-scanners. “Als je een 3D-meting maakt van een heel object, moet je er met een taster langs. Dat kan ook in een CT-scan. Dat geeft nu nog een lagere nauwkeurigheid dan wat ik bereik met mijn machines, maar ik denk dat CT-scanners een opmars zullen maken in de wereld van het meten. Voorlopig blijf ik met mijn niche echter nog wel relevant.”